Confederalisme is niet leefbaar
Mark Eyskens
Een echt confederaal België is onleefbaar.
Wellicht hebben de Franstalige partijen begrepen dat een echt confederaal België onleefbaar is. Het betekent immers de totale splitsing van de sociale zekerheid en de fiscaliteit, waardoor grote ongelijkheden tussen bedrijven en werknemers dreigen te ontstaan met vormen van perverse concurrentie. België herleiden tot een Statenbond van tenminste 3 gewesten met quasi volledige autonomie maakt het voor de Belgische regering - verworden tot een lege schelp - onmogelijk op Europees vlak, waar bijna alle belangrijke beslissingen worden genomen, nog enige rol van betekenis te spelen. De grote paradox van het confederalisme en voor een deel ook van het federalisme bestaat hierin dat hoe meer bevoegdheden aan de deelstaten worden toegekend hoe meer deze deelstaten samen een convergerend standpunt moeten innemen teneinde te beantwoorden aan de Europese richtlijnen en deel te nemen aan de Europese besluitvorming.
“Hoe meer decentralisatie des te groter de behoefte aan unitarisme”
“Hoe meer decentralisatie des te groter de behoefte aan unitarisme” is een paradoxale uitspraak maar die steeds meer beantwoordt aan de noodzaak.
Minder dan Catalonië aan de Schelde ?
Aan Vlaamse kant wordt onvoldoende onderstreept dat het confederalisme het einde betekent van de aanwezigheid van het politieke Vlaanderen in Brussel, goed voor 20 procent van het Belgisch Nationaal product, de hoofdstad van de Europese Unie, de zetel van de NAVO en vandaag de dag een van de belangrijkste politieke en diplomatieke hoofdsteden van de wereld. In een confederaal België zullen de Vlaamse regering en het Vlaams parlement en hun administraties onvermijdelijk Brussel moeten verlaten. De Brusselse Vlamingen zullen hun gegarandeerde aanwezigheid in het Brussels parlement - 17 zetels - kwijtspelen en terugvallen op een handvol parlementszetels overeenkomstig de proportionaliteitsregel. Ook in de Brusselse regering zal de huidige quasi-pariteit van de Vlamingen worden afgeschaft. Om te zwijgen van de teloorgang van de Vlaamse culturele autonomie in Brussel. Men kan dergelijke evolutie moeilijk beschouwen als het orgelpunt van de Vlaamse beweging. En zodra het wankele Belgische confederalisme ineenstort en leidt tot het ontstaan van een autonome Vlaamse republiek en het voortbestaan van een verkleind België met Brussel en Wallonië, zijn de sociaal-economische gevolgen niet te overzien. Een Vlaamse republiek zou immers geen lid meer zijn van de Europese Unie. De aanvraag tot lidmaatschap kan door Vlaanderen uiteraard worden ingediend maar moet worden aanvaard bij eenparigheid door alle 27 EU-lidstaten waaronder klein-België, vanaf dat ogenblik volledig bestuurd door Franstaligen. Of die de komst van een Vlaamse republiek zullen verwelkomen is alles behalve evident. Het ontstaan van Catalaanse toestanden aan de Noordzee zal bovendien van aard zijn om internationale investeerders en bedrijven te doen huiveren.
Het bovenstaande scenario lijkt politieke fictie maar wordt dit veel minder indien bij de verkiezingen in 2024 zou blijken dat Vlaams Belang en N-VA samen in het Vlaams parlement meer dan 50 procent van de zetels zouden behalen. De druk op voorzitter B. Dewever dreigt dan wel onweerstaanbaar te worden om toch een gemeenschappelijk front te smeden met Vlaams Belang, ondanks alle tegenovergestelde beloften, en een Vlaamse regering te vormen ten einde de Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen,
Een totaal andere aanpak vereist
Uiteraard is het Belgisch federalisme geen optimaal model en zijn er talrijke disfuncties. Die hebben vooral te maken met overlappende bevoegdheden en belangenconflicten. Voorafgaand aan elke andere eventuele staatshervorming dient prioritair een oplossing gevonden te worden om in België de belangenconflicten te beslechten en maximaal de communautaire gevechtstornooien te arbitreren, te beëindigen en de federale samenwerking te bevorderen. Hiervoor is het nodig de Senaat af te schaffen en te vervangen door een Hoge Federale Raad, voor één derde bestaande uit verkozen parlementairen van de federale en deelstaatparlementen, voor een tweede derde bestaande uit leden van het middenveld en de burgerlijke samenleving en voor het laatste derde uit experten. Van deze hoge Raad zouden het concept, de werking en de bevoegdheden voor een deel kunnen worden ingevuld door de conclusies van de communautaire raadpleging van de burgers, recentelijk georganiseerd door de federale regering. En hoge federale raad kan er toe bijdragen de communautaire spanningen voor een deel te depolitiseren of althans te onttrekken aan de partijpolitieke judoworstelingen. De Hoge Federale Raad zou ook de bevoegdheid krijgen niet alleen om belangenconflicten te beslechten maar ook om zo te voorkomen door tijdig communautaire voorstellen en compromissen uit te werken en
adviezen uit te brengen over communautaire initiatieven genomen door de federale en/of regionale politieke instellingen.
Om een Hoge Federale Raad op te richten is nog heel veel denkwerk en politiek overleg noodzakelijk. Wellicht moet ook overwogen worden de grondwet te wijzigen om de Hoge Federale Raad correct en met gezag te laten functioneren. Als men met een coherent ontwerp klaar is aan het einde van de huidige legislatuur zal zeer goed werk zijn verleend. Het is dan aan de volgende regering na de verkiezingen van 2024 om de Hoge Federale Raad op te richten en aan het werk te zetten en hem ook op de proef te stellen. De democratie is uiteindelijk het beheren van de meningsverschillen in een geest van samenwerking. Ze is tevens een permanente test voor het beschavingsgehalte van onze samenleving.
Mark Eyskens