OMDAT WIJ VAN DE AVOND NOOIT GENEZEN...
Omdat wij van de avond nooit genezen,
de uitvaart van het licht reeds ‘s ochtends vrezen,
omdat wij leven tussen licht en duisternis
en wachten op een teken: de belevenis,
omdat wij ooit uit sterrenstof geboren zijn
en van de oneindigheid de samentrekking zijn,
omdat wij leemte zijn en openheid,
omdat wij ruimte zijn en toch geslotenheid,
omdat wij razen als geliefden sterven
en wij van hen slechts dode zielen erven,
omdat wij mogen leven voor de dood
en willen leven na de dood,
omdat wij rusteloos voor anker willen gaan
op een tijd- en bodemloze oceaan,
omdat wij levenslang verlangen,
nooit woonden in beloofde landen
en tot stof en as verbranden,
zal ik,
weer vrij en toch gevangen,
zal ik de avond en de dageraad,
zal ik de dood en de geboorte,
het dubbele verraad,
tweemaal het ongehoorde,
nooit weer verwoorden.