Het Oekraïne complex

 

Op 2 en 3 december 1989 had een topontmoeting plaats tussen de Amerikaanse president George Bush (vader) en zijn Sovjet-Russische collega Michael Gorbatsjov. Zij ontmoetten elkaar aan boord van een oorlogsschip dat voor anker lag in de haven van Valetta op Malta. Tijdens deze andermaal historische ontmoeting zouden beide staatshoofden de opdeling in twee blokken van Europa, die in 1945 in Jalta was afgesproken tussen Stalin, Roosevelt en Churchill ongedaan maken. Onder het motto ‘van Jalta tot Malta’ gewaagde de pers dan ook van een geschiedkundige ommekeer. Wat de eenmaking van beide Duitslanden betreft stelde president Gorbatsjov dat elk land zijn eigen toekomst moest bepalen. Maar onder geen enkel beding kon hij een wijziging van de staatsgrenzen aanvaarden, zoals die in Europa waren voortgevloeid uit de Tweede Wereldoorlog. De onderhandelingen tussen beide grote mogendheden gingen vooral over ontwapening, zowel wat betreft de atoomwapens en kernraketten als de conventionele bewapening

Op 3 december ’s avonds 1989 landde President Bush, vergezeld van onder meer staatssecretaris James Baker, op het vliegveld van Zaventem. De Amerikaanse president zou de volgende dag op de NAVOraad die te Brussel was samengeroepen, verslag uitbrengen over de Maltatop. Samen met premier Wilfried Martens kreeg ik als minister van buitenlandse zaken de taak de Amerikaanse president welkom te heten op onze nationale luchthaven. Wilfried Martens en ik wachtten die zondagavond op de nationale vlieghaven het belangrijke gezelschap op. Zodra het presidentiële vliegtuig was geland, stapten wij op de uitgerolde loper naar voor, omzwermd door tientallen lijfwachten en een wriemelende groep tv- en radiomensen, die echter op veilige afstand werd gehouden en diende plaats te nemen op een soort podium dat met een stevige borstwering was omringd om te beletten dat overijverige cameramensen te dicht zouden naderen. Ik had Bush reeds vroeger in Brussel ontmoet toen hij, nog in zijn hoedanigheid van vicepresident van de Verenigde Staten, ons land had bezocht samen met zijn echtgenote Barbara. Bij mijn eerste contact met hem viel mij reeds zijn bedachtzaamheid en voorzichtige stijl van optreden en redeneren op. Hij was minder uitbundig dan president Ronald maar de gesprekken met hem waren grondiger en genuanceerder. Wij namen plaats in de officiële auto's. Ikzelf zat in de geblindeerde limousine van James Baker. Tijdens de rit naar het kasteel van Stuyvenberg waar wij de hoge Amerikaanse gasten voor een korte vergadering hadden uitgenodigd, gaf James Baker mij al wat uitleg over de inhoud van de top van Malta. Martens en ik kregen een veel uitgebreidere briefing vanwege de Amerikaanse president en zijn minister van buitenlandse zaken, zodra we op het kasteel van Stuyvenberg hadden plaatsgenomen in de salon dat voor dergelijke aangelegenheden wordt gebruikt. Schilderijen en beeldhouwwerken, nog gemaakt door wijlen koningin Elisabeth, vormden het decor. Die kunstvoorwerpen trekken meestal de aandacht van de bezoekers en zijn vaak voor de gastheren een welkome gelegenheid om het gesprek op gang te trekken. Toen echter hadden we niet veel tijd te verliezen. Onmiddellijk startten we met de hoofdbrok: de Duitse eenmaking. Martens en ik hadden er nooit aan getwijfeld dat een ééngemaakt Duitsland niet alleen lid moest worden van de Europese Gemeenschap maar ook van het Atlantisch bondgenootschap. In de schoot van de Belgische regering bestond hierover op dat ogenblik nog enige twijfel. Sommige socialistische ministers vonden immers dat een verenigd Duitsland veeleer een neutraal statuut moest aannemen en dat de NAVO, zoals het pact van Warschau, geroepen was om geleidelijk aan te worden ontmanteld. Volgens hen kon de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa  -   toen nog CVSE, thans Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE)  - zorgen voor een defensieve opstelling. Ik stelde dan ook met grote voldoening vast hoe vastberaden Bush en Baker waren om het NAVO-lidmaatschap voor een ééngemaakt Duitsland op te eisen. Maar Bush reageerde veeleer negatief toen ik hem vroeg akkoord te gaan met de oprichting van een speciale bank tot bevordering van investeringen in de landen van Oost-Europa, inclusief de Sovjet-Unie, een Frans idee dat de ronde deed en bedoeld was om de Sovjets over de brug te halen.

Op 4 december 1989 werden president Bush en staatssecretaris Baker ontvangen op de NAVO-raad in Evere om verslag uit te brengen over de Maltatop. Bush hield er ongeveer hetzelfde verhaal als wat hij ons de avond tevoren in Stuyvenberg had gedaan, maar nu in een meer uitgesponnen versie. Het toeval wilde dat aan de grote ovale tafel in de NAVO-raadzaal in Evere de Belgische delegatie recht tegenover de Amerikaanse zat. Ik kon dus Bush goed in het oog houden en, zoals ik later nog verscheidene keren zou opmerken, bleek dat de Amerikaanse president tijdens zijn betoog beroep deed op een leidraad die op grote steekkaarten in reuzeletters was uitgetikt, uiteraard door bekwame medewerkers. Af en toe zag ik hem een woord of een zin verbeteren met een doordeweekse ballpoint bic. Hij deed dit trouwens met de linkerhand, een hebbelijkheid die meteen voer was voor dieptepsychologen en andere zielknijpers.

Volledig in de lijn met wat op deze NAVO-bijeenkomst werd verteld, zou James Baker op 12 december te Berlijn een bijzonder belangrijke rede uitspreken onder de titel: ‘a new europe, a new atlanticism: architecture for a new era’. In deze toespraak beschreef Baker de nieuwe taken die volgens hem aan de NAVO moesten worden toevertrouwd. Deze situeerden zich vooral op het vlak van vertrouwenwekkende maatregelen, het krachtig onderhandelen met de leden van het Warschaupact met het oog op een verregaande conventionele ontwapening en het aanpakken van het probleem van de proliferatie van nucleaire, biologische en scheikundige wapens. Voor het eerst sprak de Amerikaanse staatsman met grote waardering over de rol van de Europese Gemeenschap in het licht van de nieuwe relaties met de landen van Centraal- en Oost-Europa. Hij had niets dan lof voor de uitbouw van een Europese gemeenschappelijke eenheidsmarkt en het voornemen van de Europese Gemeenschap om  een politieke, economische en monetaire unie te vormen. Dan stelde hij voor om tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten een verdrag af te sluiten dat moest leiden tot een geheel van versterkte institutionele en consultatieve banden ( institutional and consultative links). Dit was een duidelijke hint naar de oprichting van een soort samenwerkingsorgaan tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. De Franse regering, andermaal onder invloed van haar traditionele terughoudendheid ten aanzien van de Verenigde Staten, reageerde met de grootste omzichtigheid. Van de voorstellen van James Baker zou niet veel meer overblijven dan twee ministeriële contacten per jaar, waarvan een in New York zou worden gehouden. James Baker sloofde zich inmiddels uit om vooral met Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië tot eensgezindheid te komen over de toekomstige plaats van het grote Duitsland in de NAVO. Het bleek dat de Sovjet-Unie een aarzelende, enigszins dubbelzinnige houding aannam betreffende het toekomstige Europa. Gorbatsjov en zijn minister van buitenlandse zaken, Edward Shevarnadze,  konden wel de eenmaking van Duitsland aanvaarden, maar maakten voorbehoud voor een toetreding van het grote Duitsland tot de Europese Gemeenschap omdat zij vreesden dat Duitsland weldra een economische supermacht zou worden, Europa zou gaan domineren en de rol zou gaan spelen die het sedert de Tweede Wereldoorlog tot ieders voldoening had verloren. Ook bij sommige westerse leiders gold vrees voor een te grote Duitse invloed in het één wordende Europa. Helmut Kohl, die de bui zag hangen, verklaarde verscheidene malen dat hij een hartstochtelijke voorstander was van een één gemaakt Europa met daarin een Europees Duitsland dat zijn rol als evenwaardige lidstaat wilde spelen, maar ook niet meer dan dat. Hij zou zich in elk geval steeds en heftig verzetten tegen een dominant Duitsland, laat staan een Duits Europa.

De Sovjetleiders bleken echter nog meer allergisch te reageren op de gedachte om het geünifieerde Duitsland niet alleen lid te laten worden van de Europese Gemeenschap maar bovendien ook van de NAVO, bovendien op een ogenblik dat het Warschaupact zich kennelijk in een staat van ontbinding bevond. Om het Sovjet-Russische verzet te breken werd de 4+1 groep opgesteld, die bestond uit de Verenigde Staten van Amerika, Groot-Brittannië, Frankrijk, de Duitse Bondsrepubliek en de Sovjet-Unie. Deze groep werd voorgesteld als een voorafspiegeling van een heel bijzondere samenwerkingsrelatie die zou worden uitgebouwd tussen de NAVO en de Sovjet-Unie, na de toetreding van het verenigde Duitsland tot de Noord-Atlantische verdragsorganisatie. Vooral de Fransen vonden dit idee heel aantrekkelijk. Ikzelf stelde dat we het Atlantisme niet mochten vervangen door een soort ‘Oeralisme’, waardoor het Atlantisch pact helemaal zou verwateren ten voordele van een los en dubbelzinnig verband van Europa met de Sovjet-Unie, een heruitgave van wat Gromyko, in standvastige pleidooien in de jaren zeventig had bestempeld als het ‘gemeenschappelijke Europese huis’.

Uit de contacten van de westerse regeringen met Gorbatsjov bleek dat voor de Russische leider een toetreding van het herenigde Duitsland tot de NAVO een onoverkomelijk struikelblok bleef. Toen verklaarde president George Bush dat hij zou proberen de impasse te doorbreken dankzij een persoonlijk onderhoud met Michael Gorbatsjov. Dat gebeurde ook andermaal op het slagschip dat ergens aanmeerde in een bescheiden baai op het eiland Malta. Bush begon met Gorbatsjov erop te wijzen dat die in zijn eigen land erg onpopulair was geworden sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Er heerste chaos, de maffia stak de kop op, de economie slabakte, de werkloosheid nam toe. Bush voegde eraan toe dat Gorbatsjov, thans een democraat, moest herverkozen worden tot president. Gorbatsjov bevestigde dit, er aan toevoegend dat dat ook zijn dierbare ambitie was. Bush draaide het mes dieper in de wonde door erop te wijzen dat volgens zijn inlichtingendienst  - CIA en FBI - de steun van de Russische bevolking voor Gorbatsjov heeft snel afkalfde. Dit werd door de Russische president bevestigd maar hij voegde eraan toe dat de tijd van de staatsgrepen voorbij was en dat hij zich zou onderwerpen aan de wil van de kiezers. “Wel, zei Bush, ik heb een middel om u opnieuw geliefd te maken bij de bevolking”. Gorbatsjov toonde onmiddellijk de grootste belangstelling maar vroeg hoe dat moest gebeuren. Bush verkondigde toen dat hij  persoonlijk grote invloed had op de staatsleiders van de meeste olieproducerende landen, te beginnen met Saoedi-Arabië en de emiraten. Hij, Bush, kon er voor zorgen dat de olieprijzen zouden stijgen, en aangezien de Russische gasprijzen waren gelinkt met de internationale olieprijzen zou voor Rusland de geldelijke opbrengsten van hun gasverkopen als manna uit de hemel vallen en zouden de financiële middelen van de Russische regering aanzienlijk toenemen. Het geld van de gasverkopen zou de Russische regering ruime financiële middelen ter beschikking stellen om de economie aan te zwengelen, de welvaart van de bevolking te behartigen, de werkloosheid te doen dalen. Kortom Gorbatsjov zou opnieuw de volksgunst kunnen verwerven. Na een heel kort ogenblik van reflectie bleek Gorbatsjov dit een goed idee te vinden als dit ook gepaard kon gaan met westerse investeringen in Rusland. Bush bevestigde dit en voegde er onmiddellijk aan toe dat zijn voorstel uiteraard gepaard ging met het aanvaarden door Rusland van de toetreding van het herenigde Duitsland tot de NAVO. Gorbatsjov zei dat hij wel erop vertrouwde dat hij zijn collega's van het politbureau zou kunnen overtuigen, op voorwaarde dat het westen ook zou beloven dat de deelrepublieken zoals de Baltische landen, Wit-Rusland en Oekraïne die zich van de Sovjet-Unie los hadden gemaakt, in geen geval lid van de NAVO zouden worden.

Veertien dagen later kwam een bericht uit Moskou dat Gorbatsjov het groen licht had bekomen van zijn politbureau. Binnen de kortste keren werd het grote Duitsland binnengehaald in de NAVO. De eerste maanden stegen de olieprijzen echter niet. Na 3 maanden begonnen zij te dalen, vervolgens af te brokkelen en nadien in te storten. De belofte van Bush bleek dus flagrant "fake" te zijn geweest. Daar kwam nog bij dat de Baltische staten van het Westen de verzekering kregen dat ze heel snel zouden kunnen toetreden tot de NAVO en tot de Europese Unie. Gorbatsjov voelde zich bedrogen en zijn collega's in het politbureau beschuldigden hem van schuldige naïviteit. Het prestige van Gorbatsjov kelderde dan ook op een onstelpbare manier. Meteen werd het begin ingeluid van zijn politieke afgang als staatsleider. Een paar maanden later zou hij worden opgevolgd door Boris Jeltsin. Aan deze episode hebben alle Russische leiders een groot wantrouwen overgehouden ten aanzien van de Amerikanen. Dit antiamerikanisme is na Gorbatsjov doorgegeven aan al zijn opvolgers tot op vandaag in de persoon van president Vladimir Poetin.  Met de jaren kreeg de onafzetberare Poetin steeds meer heimwee naar het imperium van de Sovjet-Unie. En waarom niet naar het keizerrijk van de tsaar. Kennelijk wil Poetin dat 12 deelrepublieken die de Sovjet-Unie in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw hebben verlaten om onafhankelijke landen te worden, opnieuw recupereren. Dat gebeurde reeds in de Krim maar ook in Georgië en nu in Oekraïne met ongehoord militair geweld en de schendingen van alle internationale rechtsregels en morele principes.

 

                                                                             M.E.